- abandon
- abandon [aabãdõ]〈m.〉1 (het) verlaten ⇒ (het) in de steek laten, (het) verwaarlozen2 (het) afstand doen ⇒ (het) overdragen, afstand, overdracht3 〈sport en spel〉(het) opgeven ⇒ (het) uitvallen, (het) niet meer meedoen4 losheid ⇒ ongedwongenheid, ontspannenheid♦voorbeelden:2 l'abandon des hostilités • het staken van de vijandelijkhedenabandon de poursuites • (het) afzien van vervolging¶ laisser à l'abandon • verwaarlozenjardin à l'abandon • verwilderde tuinenfants à l'abandon • aan hun lot overgelaten kinderenm1) (het) verlaten, in de steek laten2) (het) opgeven, afzien (van)3) overgave, onderwerping
Dictionnaire français-néerlandais. 2013.